A+ R A-

Individuele sporten groeien harder dan het vrouwenvoetbal

Het Mulier Instituut toont aan: Individuele sporten groeien harder dan het vrouwenvoetbal

‘Vrouwenvoetbal is de snelst groeiende sport van Nederland,’ elk medium dat schrijft of een artikel weidt aan vrouwenvoetbal begint met deze inleidingbewering. Maar vrijwel nooit wordt deze stelling onderbouwd met cijfers of met een betrouwbare bron. Daarnaast wordt ook niet vermeld over wat voor groei het gaat. Want gaat het nou over lidmaatschappen, competitiespelen in teamverband of puur op recreatief niveau een balletje trappend op een donderdagavond. ? Kortom, deze strekking dient beter onderbouwd te worden.



Deze uitdaging nam het Mulier Instituut op zich. Het Instituut heeft als doel om de sociaalwetenschappelijke kennisontwikkeling en het beleidseffectiviteit op het gebied van sport te bevorderen.  In de aanloop naar het EK vrouwenvoetbal deden David Romijn en Agnes Elling middels het project Van voetbalvrouwen naar vrouwenvoetbal: een interdisciplinair onderzoek naar de maatschappelijke impact van meidenvoetbal in Nederland met cijfers proberen te achterhalen of dit inderdaad ook zo is. Er werd samengewerkt met de Cruijff Foundation, Universiteit Leiden en de Hogeschool Utrecht.

Er is in de periode 2013-2016 een kwantitatief onderzoek uitgevoerd. Er werd tijdens het onderzoek werd gebruik gemaakt van diverse bronnen: De jaarverslagen van de KNVB (2011-2016), ledenaantallen van NOC*NSF 2016 (2005-2015), Ongevallen En Bewegen in Nederland (OBiN 2013) en Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor, CBS i.s.m. RIVM en Mulier Instituut, 2005, 2010 en 2015. David Romijn legt uit waarom dit onderzoek noodzakelijk was: “We hebben alle beschikbare cijfers en statistische gegevens die bestonden in één onderzoek samengebracht.”

“Het was belangrijk om een soort moederbestand te maken. Iedereen kan alle bestaande gegevens op zijn eigen manier interpreteren. Daarom was dit belangrijk, zodat iedereen kon controleren of het cijfermatig wel klopt,” vertelt David, terwijl hij wijst naar het veld van FC Utrecht. Daar betreden op 16 juli de dames van Nederland en Noorwegen het veld om de openingswedstrijd te spelen van het EK. Het moet de opmaat worden voor een sfeervol en succesvol toernooi.

In het kantoor van Romijn, dat uitzicht biedt op het veld van FC Utrecht, komt de groei niet geheel als een verrassing: “Er moet voor een sport ruimte zijn om hem te beoefenen. Er zijn veel voetbalvelden in Nederland. Over het algemeen zijn vrouwen meer gaan sporten, de laatste twintig, dertig jaar. Dat is een kwestie van emancipatie. Een onderdeel van die groei is het voetbal. Hockey blijft populair onder de meisjes, maar omdat veel meisjes en vrouwen blijven voetballen, terwijl dat bij het hockey niet zo is, groeit voetbal onder de vrouwelijke leden toch hard.”

Terwijl David wiebelend aan zijn bureau zit en het onderzoek erbij pakt, blijkt dat sinds 1998 het aantal vrouwelijke leden van de KNVB zich heeft verdubbeld: van 60.000 leden naar 150.000. Dat is voor een georganiseerde sport een flinke groei. Alleen hockey liet een lichte groei zijn. Alle andere georganiseerde sporten onder meisjes hadden te maken met een flinke daling in ledenaantal. “Het ongebonden sporten is de afgelopen jaren nog meer gegroeid. Meiden gaan tegenwoordig steeds meer fitnessen, of ze doen aan yoga.”

Er is volgens David Romijn dan ook een duidelijk antwoord op de vraag of vrouwenvoetbal daadwerkelijk de snelst groeiende sport van Nederland is: “Belangrijkste conclusie is wel dat er wordt geconstateerd dat vrouwenvoetbal de snelst groeiende sport is. Dit is slechts gedeeltelijk waar: het is de snelst groeiende sport onder de georganiseerde sporten. Maar kijkend naar de groei van de individuele sporten, dan zit voetbal niet eens in de top-5. Dus ja, het is de snelst groeiende sport onder de georganiseerde sporten.“