Voetbalevents voor meiden bij Achilles’29 en interview Amber Verspaget

Groesbeek – La League, de wereldwijde voetbal community voor meiden en hun fans, is gelanceerd in 2017. Het is een initiatief van Plan Nederland en ondersteunt meiden te voetballen en dit zolang mogelijk te blijven doen. La League organiseert voetbalevents speciaal voor meiden en werkt samen met de Eredivisie Vrouwen. Bij Achilles’29 in Groesbeek is een event op vrijdag 6 juli van 17.00 tot 20.00 op Sportpark de Heikant. Meiden tussen 9 en 16 jaar voetballen in bijzijn van profspeelsters die hen coachen en scouten. De meest getalenteerde meiden kwalificeren zich voor de grote La League finale. Inschrijven via:

www.laleague.com

Ze studeert Sport en Economie aan de Johan Cruyff Academie. Maar Amber Verspaget (20) is in hart en nieren vooral verdedigster en speelster in de Eredivisie. Na twee seizoenen verlaat zij Achilles’29 komend seizoen voor een transfer naar ADO Den Haag. Een gesprek met Amber en haar vader Fred, over de positie van speelsters in de eredivisie, gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen en de liefde voor voetbal. “Bij een buitenlandse club spelen, dat is mijn droom.”

De tuin van haar ouderlijke woning in Best leent zich prima om kunstjes te laten zien. Vader trapt gemoedelijk een balletje met zijn dochter in de breed uitgemeten tuin. Voetbal is Amber met de paplepel ingegoten. Broer Remco (17) speelt als aanvoerder in de A1 van de plaatselijke club. Fred is 25 jaar trainer geweest, waaronder twee jaar van Amber.

Snelst groeiende sport

Voetbal wordt steeds populairder, en is de snelst groeiende sport ter wereld. Het aantal geregistreerde voetballende vrouwen in Nederland stijgt wederom, met bijna 0,7 procent naar 154.048 en dan zijn de cijfers van na het EK nog niet bekend. Het gaat goed met vrouwenvoetbal binnen amateurclubs. Meidenteams schieten als paddenstoelen uit de grond. De meiden voor wie het is weggelegd, krijgen steeds vaker de kans in de selectie van een jongensteams in de jongenscompetitie te voetballen. Er wordt beter naar de behoeften van meiden geluisterd. Toch is er een groter draagvlak nodig, waarbij veel partijen bereidwillig zijn om op alle niveaus verandering tot stand te brengen. Het leek er na de winst van het EK op dat de media-aandacht voor voetballende vrouwen een hoge vlucht zou nemen. Maar dit “valt tegen”, concluderen Amber en Fred.

Meiden- en vrouwenvoetbal tot een hoger plan

Amber: “De aandacht voor eredivisievrouwen beperkt zich bij de NOS tot een minuut voor een wedstrijdverslag. Als we geluk hebben. Dit zou ik graag anders zien. Er wordt zo veel naar mannenvoetbal gekeken. Ik denk niet dat de kijkers de tv uitzetten als de Eredivisie Vrouwen aan bod komen.” Fred: “Of de uitzending ermee beginnen of eindigen. Vrouwenvoetbal hoort er toch gewoon bij.” Amber: “Toen onze wedstrijd tegen Heerenveen werd uitgezonden is mijn doelpunt afgekeurd. Maar deze gebeurtenis kwam niet eens voor in de nabeschouwing. Zo jammer.”

Tv-rechten

Amber: “De mannelijke spelers hebben tv-rechten qua sponsoren. Als dit logo op tv komt, dan is het aantrekkelijk om te sponsoren. Dit geldt ook voor reclameborden langs het veld.” Fred: “Het vrouwenvoetbal tot een hoger plan tillen lukt alleen als iedereen zijn tanden erin zet. De meiden, de ouders, de trainers, de clubs, de KNVB, tv en sponsoren. De KNVB heeft Kirsten van de Ven aangesteld als manager vrouwenvoetbal. Dat is een goede ontwikkeling, maar zij kan het niet alleen. We moeten vrouwen serieuzer nemen en gelijkwaardigheid betrachten zodat de kijk op vrouwenvoetbal verbetert. We hebben een cultuuromslag nodig. Niet alleen van en door vrouwen, maar juist bij mannen. Want hoe meer aandacht er voor vrouwenvoetbal is, hoe meer sponsors interesse hebben, en hoe beter de kwaliteit van het voetbal wordt.”

“Ik zou ook graag zien dat de eredivisie een volwaardige competitie wordt. Een eredivisie die niet bestaat uit de huidige negen clubs, maar minimaal twaalf en misschien wel veertien. Er wordt nu vier keer per jaar tegen dezelfde club gespeeld. Vrouwenvoetbal is gewoon leuk om naar te kijken.”

La League

Amber: “La League motiveert meiden, ondersteund door hun vader en andere fans, om te voetballen en zolang mogelijk door te spelen. Dat vind ik een heel goed initiatief. Het is goed voor de eredivisie. Ik vind ook dat we dit verdienen als vrouwenvoetballers. We trainen elke dag om beter te worden en het is leuk als dit gewaardeerd wordt. Daar helpt de doelstelling van La League natuurlijk erg bij! Ik was aanwezig bij de opening van de eredivisie in september afgelopen seizoen dat mede georganiseerd is door La League. Ik heb meegespeeld in de wedstrijd tegen de BN’ers. Mijn vader liep met mij het veld op. Heel bijzonder.”

“Bij de La League-dag bij Achilles’29 heb ik meegeholpen aan het vader en dochter toernooi. Daar was een meisje met wie ik nu nog steeds regelmatig contact heb. Ze komt naar sommige wedstrijden en liep een keer met mij mee in de line up.”

Steun vader

Moeder Yolanda heeft in de jaren tachtig als tiener zeven jaar gevoetbald. Ze begrijpt hoe belangrijk steun is, juist van een vader. Haar vader was het niet eens met haar keuze om op voetbal te gaan. In de jaren tachtig was het niet gebruikelijk te voetballen. Ze heeft erom gezeurd tot hij toestemming gaf en bleek het fantastisch te vinden. Soms hebben vaders een zetje in de goede richting nodig. Yolanda’s vader reed het meidenteam daarna naar alle wedstrijden. “Er bestond één meidenteam. We wonnen of verloren met 10-0 want er was geen gelijkwaardigheid.”

Voetbal heeft een centrale plaats in het gezin. De liefde tussen Ambers ouders ontstond ook op het voetbalveld. Yolanda: “Fred was trainer van de jeugd. Hij stond op de andere helft van het veld training te geven. Fred: “Ik keek meer naar haar dan dat ik de jongens trainde”, zegt hij grinnikend.

Achilles’29 failliet

Amber: “Nadat de mannen van Achilles’29 zijn gedegradeerd, en de club in januari failliet is verklaard, hebben wij als vrouwen besloten door te gaan. Momenteel ontvangen we helemaal geen vergoeding. Ook niet voor de reiskosten. Maar we willen voetballen, dus betalen we de reiskosten zelf. Voor wie dit niet kan financieren is een regeling getroffen onder de ouders. Achilles’29 zorgt voor onze kleding, die bedrukt wordt met de logo’s van onze sponsors. Dit zijn ouders uit het team die de reiskosten financieren voor meiden die dit niet kunnen opbrengen. We hebben grotere sponsors nodig. Maar vindt maar eens sponsoren wanneer een club het moeilijk heeft. Ik kan wel rondkomen, maar het gaat wel van mijn spaargeld af. Dat vind ik niet kunnen als je je realiseert wat mannen verdienen in de eredivisie. In de Nederlandse eredivisie kun je als vrouw sowieso je brood niet verdienen met voetbal.”

Fred: “Geluiden dat het niveau niet voldoende is vind ik onzin. De eredivisie blijft het hoogste niveau van de competitie.”

Steun ouders

De steun van haar ouders is onmisbaar, vertelt Amber. “Als mijn ouders mij vroeger niet naar alle trainingen, wedstrijden en de KNVB-activiteiten hadden gebracht, was ik nooit zover gekomen. Ik was zes jaar toen ik begon met voetbal. Ik keek met papa naar mijn neef en zijn vriendjes. Ik zat toen op dansen en tennis, maar ik vond voetbal zo leuk om te zien dat ik er ook op wilde. Zo kwam ik terecht in de F8.” Daarna volgden de F4 en F1. Amber heeft nagenoeg altijd als enige meisje in de selectie gespeeld. Het laatste jaar in de C1 werd zij aangesteld als aanvoerster van het team met jongens. Amber: “Ik durfde de jongens wel op hun plek te zetten. Ze hebben respect voor mij. Buiten het veld kwamen we ook bij elkaar op de verjaardag.”
Fred: “Amber is wel iemand die de leiding neemt’. Amber: “Ja, maar in de puberteit werd het moeilijker. Ik douchte altijd samen met de jongens maar als je ouder wordt doe je dit niet meer. Bij uitwedstrijden werd ik af en toe in een oud hok gestopt om mij om te kleden. Ik maakte mij daar niet zo druk om. Wat ik wel lastig vond is dat de jongens in mijn eigen team anders tegen mij gingen doen. Ondanks dit bleef ik zin hebben in voetbal, omdat ik het voetbal leuk vind, maar niet meer om het team.”

Ze vindt het lastig om voorbeelden te noemen. Haar moeder weet nog wel dat ze soms huilend uit de training kwam. Amber: “Ik kreeg geen ballen meer. Ze gingen stoer doen. Het was niet omdat ik niet mee kon komen. Een keer na een wedstrijd dacht ik ‘Het is klaar.’ Als ik de jongens van mijn oude club nu tegenkom, tonen ze veel interesse in wat ik doe. Drie vrienden van mij hebben een seizoenkaart en zijn er iedere thuiswedstrijd bij. Eigenlijk heb ik best veel jongensvrienden die er voor mij zijn.”

Plek bezet houden voor jongen

Amber: “Ik voetbalde met mijn broertje in de buurt op een stenen veldje. Meiden uit mijn klas keken naar de jongens terwijl ik ermee aan het voetballen was. Ik was one of the guys. Bij mijn club was het goed geregeld, want ik heb tot de C1 bij de jongens gespeeld. Daar leer je toch het meeste van. Al was niet iedereen daar blij mee. Een trainer zei ooit: ‘Uiteindelijk gaat het erom dat we de jongens opleiden tot het eerste van de Wilhelminaboys, en jij zal nooit bij de Wilhelminaboys gaan spelen. Dus eigenlijk hou je een plek bezet voor een andere jongen.'” Fred: “Het ligt dus aan het beleid van de club hoeveel kansen meiden krijgen.”

Amber vervolgt: “Toen ik op voetbal ging, kwam ik al snel in beeld bij de KNVB en via regionale talentendagen voetbalde ik door heel Nederland. Onder 15 nam ik deel aan het Nederlands elftal. In eerste instantie viel ik af, maar ik werd daarna weer opgeroepen. In België scoorde ik. Op mijn 16e deed ik mee aan een oefentoernooi In Portugal. CTO riep mij op. Ik heb nog twee jaar thuis gewoond omdat ik in Best woonde en school en voetbal goed te bereizen was.”

CTO

“Nadat ik mijn havodiploma op zak had, ben ik verhuisd naar CTO Eindhoven. Ik dacht in eerste instantie ‘Hier ga ik niet wonen, hoor.’ Het leek net een ziekenhuis. De alarmbellen hingen er nog. Maar het is mooi opgeknapt. Het was eerst een klooster, maar werd later verbouwd tot een campus met grote woonkamer. Er wonen ook andere sporters zoals judoka’s en zwemmers. Iedere dag maak ik gebruik van de maaltijdvoorziening.” Fred: “Er moet aanwas blijven komen. Anders is er geen doorstroming van onderuit.”

 

Droom

Amber: “Ik ben heel blij met de transfer naar ADO Den Haag. Twee jaar geleden trainde ik al eens met het team mee en ik heb ADO altijd in mijn achterhoofd gehouden. De faciliteiten zijn goed en het niveau is hoger dan bij Achilles’29. Ik zal mijn vriendinnen missen, maar er komt iets moois voor terug. Ik ga ervoor! In de toekomst zou ik graag bij een buitenlandse club spelen, dat is mijn droom. Het liefst in Engeland. De speelwijze van de Engelsen past het beste bij mij. Duels spelen vind ik leuk. Ik speel vooral vanuit mijn taak. Door bijvoorbeeld je vrouwtje tegen te houden.” Fred: “Ik mag hopen dat ze in Engeland terechtkomt. Voor een volledig betaalde carrière moet ze naar het buitenland, denk ik.”

Hulp

Fred: “Amber heeft een open persoonlijkheid en is een doorzetter.” Amber: “Ik ben gedreven en zal er echt voor gaan. Ik vind het moeilijk als we verliezen maar papa zegt dan dat ik mij eroverheen moet zetten.

Fred: “Na de wedstrijd pak ik wel eens papier waarop we situaties bespreken hoe Amber het beter had kunnen doen. We bespreken nu minder want we eten apart. Amber laat telefonisch weten of ze komt slapen of niet. ‘Oké, je eten ligt in de kliko’. Tja, ze is 20, hè. Als je profvoetballer wilt zijn, moet je er wel voor gaan. Als je als ouders niets om voetbal geeft, dan kun je je kind ook niet goed stimuleren. Er zijn geen wedstrijden die we overslaan.”

Amber: “Toen ik voor de interland naar Portugal ging vergezelde mijn hele familie mij, ook mijn nichtje, opa en oma. Ik heb daar geluk mee. Niet elke ouder doet dit. Het scheelt ook dat ze allebei van voetbal houden. Het weekend was doorspekt met voetbal. Voorheen voetbalde ik op zaterdag zelf en op zondag keken we naar papa. Als kind moeten ouders je overal heen brengen. Als dat om welke reden niet lukt, dan houdt een eventuele carrière in het voetbal al op.”

Fred: “Als mijn zoon Remco de mentaliteit van Amber had gehad, had hij ook in deze situatie kunnen zitten. Ik heb het losgelaten. Ik heb er wel met hem over gesproken, maar hij wil niet. Jammer. Hij gaat voor de opleiding management Retail. Ook leuk.”

(Tekst en foto Suzan Rozemeijer, media De Brug Nijmegen)

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.